In Bezwaar tegen Bomenkap

Bomen Marijkelaan

This blog post is written in Dutch since it concerns procedures that are very specific to the Netherlands. Click here to access the Google Translate version to English. Feel free to contact me with clarifying questions.

In januari 2023 spotte ik in onze lokale krant de aankondiging van een vergunningaanvraag voor het “verplanten, kappen en herplanten van diverse bomen” in mijn dorp. Het ging over twee straten en in één ervan staan 13 opvallende grote essen. Ik vind het altijd een heerlijke straat om doorheen te lopen met mijn hond. Het is één van de weinige straten met grote bomen in ons dorp. In de zomer brengen ze schaduw en verkoeling, wat erg waardevol is als je een hond met een dikke zwarte vacht hebt. Dus toen ik de aankondiging las dacht ik meteen, het zal toch niet over die bomen gaan? Ik vroeg via de gemeente de documenten van de vergunningaanvraag op en ja hoor, het plan was om alle 13 essen te kappen! Er werd erkend dat geactualiseerd bomenbeleid streeft naar het behoud van bestaande bomen, maar deze bomen zouden voor veel overlast zorgen bij bewoners door afbrekende takken, er zou hinder zijn door de omvang van de bomen in een relatief smalle laan, en de snoeiwerkzaamheden om takbreuk te verminderen zouden geresulteerd hebben in een aangetaste vitaliteit en een teruggelopen boomkroon. De bomen zouden het dus niet meer waard zijn om te behouden... Ik vond het allemaal zeer slecht onderbouwd en kort door de bocht, en het kwam niet echt overeen met mijn eigen observaties, dus deze vergunningaanvraag overtuigde mij niet van de noodzaak van de kap. Toen ik zag dat de vergunning ook daadwerkelijk toegekend was besloot ik meer onderzoek te doen en te zien of ik de kap tegen zou kunnen houden.

In het afgelopen jaar heb ik bezwaar aangetekend, een verzoek voor een voorlopige voorziening (vovo) ingediend bij de rechtbank, gesproken met verschillende bomenexperts, politici, en de media, een jurist ingeschakeld, een second opinion onderzoek laten doen, en een hoorzitting van de bezwaarcommissie bijgewoond. Ik zal alvast verklappen dat mijn bezwaar en het bezwaar van een andere bewoner uiteindelijk op technische gronden afgewezen zijn, ofwel zogenaamd “niet-ontvankelijk” verklaard. Ik had nog via de rechtbank in beroep kunnen gaan, maar heb besloten hiervan af te zien, om redenen die hieronder duidelijk zullen worden. De bomen zijn op dinsdag 12 december 2023 gekapt...

Ik heb ontzettend veel geleerd van het hele proces en ik wil dit hier graag delen met anderen die onnodige bomenkap in hun gemeente willen proberen tegen te houden. In deze blog post beschrijf ik daarom het pad wat ik heb afgelegd met mijn observaties, advies, en links naar relevante voorbeelden en onderzoeken.

 

Procedures bij bomenkap

Zoals ik al aangaf zag ik de plannen voor de kap van de bomen bij de aankondigingen van vergunningaanvragen in onze lokale krant. Als je bezorgd bent over bomenkap in jouw gemeente loont het dus om iedere week de aanvragen en toekenningen te checken. Wanneer je een aanvraag voor kap ziet kun je de bijbehorende documenten al meteen opvragen en beoordelen of het een goed onderbouwd voorstel is. Soms is kap gewoon noodzakelijk; in zulke situaties in bezwaar gaan is dan een verspilling van waardevolle tijd en energie en kan een averechts effect hebben op de publieke opinie t.o.v. activisten tegen bomenkap. Aan de andere kant is de kap van bomen bij plannen voor reorganisatie, renovatie en huizenbouw vaak een gemakzuchtige keuze die goedkoper is (of lijkt te zijn) dan behoud, wat leidt tot veel onnodige kap.

Als je een mogelijk omstreden vergunningaanvraag voor bomenkap ziet kun je al in actie komen en proberen te voorkomen dat de gemeente een vergunning verleent. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan bewoners mobiliseren, lokale bomen- en natuurorganisaties inschakelen, een petitie opzetten, politici aanschrijven, en de kap onder de aandacht brengen in de krant en op social media. Dan is er meteen een netwerk dat kan helpen om een eventuele bezwaarprocedure te starten als er toch een vergunning wordt verleend. Hier is een voorbeeld van bewoners zie in verzet kwamen toen er plannen waren aangekondigd om zes bomen te kappen en te vervangen met twee bomen en een extra parkeerplaats. Na een petitie en de inschakeling van lokale politici en een expert is er besloten alle zes bomen te vervangen en van de parkeerplaats af te zien.

Zodra een vergunning is verleend, wat apart in de lokale krant wordt aangekondigd, is er een periode van 6 weken waarin “belanghebbenden” (verderop uitgelegd) bezwaar kunnen maken. Zodra deze periode is verlopen kun je eigenlijk niet veel meer doen. Je kunt dan hooguit nog publieke druk op de vergunninghouder (degene aan wie de vergunning is verleend: dat kan de gemeente zelf zijn, maar ook een andere landeigenaar) opvoeren om te proberen diegene van gedachten te doen veranderen en te doen beslissen om de bomen toch te behouden.

Soms is er een zogenaamde uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing en dan kun je geen bezwaar aantekenen via de gemeente. Dan kun je wel een zienswijze indienen tegen de ontwerpvergunning. Hiervoor hoef je geen belanghebbende te zijn. Als de vergunning dan toch verstrekt wordt kan hiertegen via de rechtbank in beroep gegaan worden, maar dan moet je wel eerst een zienswijze hebben ingediend én in dit geval wel belanghebbende zijn.

In sommige situaties is er helemaal geen omgevingsvergunning nodig voor bomenkap. De precieze regels verschillen echter sterk per gemeente. Zo zijn er gemeenten waar bijvoorbeeld geen vergunning nodig is voor de kap van niet-monumentale bomen op privéterrein, terwijl dat in andere gemeenten wel het geval kan zijn. Het kan dus voorkomen dat er plannen zijn voor grootschalige bomenkap in jouw gemeente waar geen vergunning voor nodig is, waar je als bezorgde burger niet over geïnformeerd hoeft te worden, en waar je geen officiële stappen tegen kunt ondernemen. Dan kun je nog wel controleren of de regels zijn gevolgd en aan de bel trekken als dit niet zo lijkt te zijn. En je kunt overwegen om bewoners, natuurorganisaties, politici, en media mobiliseren om de druk tegen de kap op te voeren.

Voor bomen en bossen die buiten de bebouwde kom staan gelden nog iets andere regels. Naast dat er bij kap mogelijk een omgevingsvergunning van de gemeente nodig is vallen deze bomen ook onder de Wet Natuurbescherming van 2017. Volgens deze wet heeft kap in beschermde Natura 2000 gebieden een vergunning van de provincie nodig, moet kap van overige bomen in veel gevallen gemeld worden en gecompenseerd worden met herplant, en kan kap verboden worden als bomen belangrijke natuur- of landschapswaarden hebben. Er zijn uitzonderingen voor de meld- en herplant plicht, bijvoorbeeld als het gaat om bomen van bepaalde soorten of om een dunning van een bos. Het is nog wel sterk de vraag hoe proactief provincies zijn in het controleren van de natuur- en landschapswaarden bij voorgestelde kap en mogelijke redenen om een verbod op te leggen. 


Op zoek naar medestanders en aandacht

Toen ik de aankondiging van de vergunningverlening in de krant zag besloot ik eerst meer onderzoek te doen naar de meningen van anderen over de kap. Op basis van de vergunningaanvraag en andere documenten die ik online vond kwam ik erachter dat veel mensen in de directe omgeving de bomen weg wilden hebben. In ons dorp geven veel mensen de voorkeur aan betegelde tuinen met weinig groen en weinig onderhoud. Dus er heerst een cultuur waarbij de natuur al gauw als rommelig en lastig ervaren wordt en er weinig erkenning is voor het feit dat we de natuur ook echt nodig hebben, nu meer dan ooit! Toch wilde ik peilen of er nog andere mensen waren die wel voor behoud van de bomen waren.

Ik besloot een Facebook post te maken en op de pagina van het dorp te delen om dorpelingen op de hoogte te brengen van de plannen voor de kap en om te zien of er medestanders zouden zijn. Er waren verschillende reacties van mensen die heel fel tegen het behoud van de bomen waren. Sommigen zeiden dat de wortels van de bomen schade veroorzaakten aan riolering (iets wat niet in de vergunningaanvraag als motivatie voor de kap werd genoemd) en anderen waren in de veronderstelling dat de bomen zomaar op iemand's huis zouden kunnen vallen (terwijl de vergunningaanvraag aangaf dat de bomen veilig waren verklaard). Het leek erop dat er niet veel liefhebbers van de bomen in de buurt woonden.

Via de Facebook post kwam ik in contact met de fractievoorzitter van GroenLinks Hoeksche Waard. Hij is nog op pad gegaan en heeft bij bewoners in de straat aangebeld om te vragen wat de ervaringen met de bomen waren. Van drie bewoners die hij sprak waren twee bewoners absoluut tegen de bomen. Eén van hen had problemen ervaren met schade aan riolering door boomwortels en had moeten opdraaien voor bijbehorende kosten voor reparatie. Ook waren er grote overhangende takken waardoor er bladeren en plakkerigheid in de tuin viel. Op zich begrijpelijke bronnen van frustratie, maar zouden er geen andere oplossingen mogelijk zijn zonder meteen alle 13 bomen te kappen?

GroenLinks heeft vervolgens nog technische vragen over de vergunningverlening gesteld aan de portefeuillehouder bij de gemeente, maar daarop werd vooral herhaald dat de bomen “niet de moeite waard” zouden zijn. Er werd gesproken over kwetsbaarheid voor essentaksterfte, maar het bleef onduidelijk in hoeverre hier in dit geval sprake van was. Essentaksterfte was namelijk in het geheel niet in de vergunningaanvraag genoemd. Ook werd er plotseling gesproken over onveilige situaties door takbreuk, terwijl veiligheid ook niet als motivatie voor kap was aangevoerd in de vergunningaanvraag. Bovendien werden de bomen regelmatig geïnspecteerd en waren ze veilig verklaard. Ik kom verderop uitgebreid terug op essentaksterfte en veiligheid.

Ondertussen had ik flyers aan de bomen gehangen met de aankondiging dat ze gekapt zouden worden en dat belanghebbenden nog binnen een aantal weken bezwaar zouden kunnen maken. Deze flyers werden steeds binnen een dag weggehaald door bewoners die de bomen weg wilden hebben en die natuurlijk niet zaten te wachten op aandacht en weerstand. Ik hoopte dat ze toch gezien zouden worden door mensen die ook bezwaar zouden kunnen maken. Ik had overwogen om in een straal van 100 meter om de bomen bij mensen aan te bellen om te zien of we ons zouden kunnen organiseren, maar ik had weinig tijd en ik zag het ook niet zo zitten om heftige reacties op mijn dak te krijgen van voorstanders van de kap. Dus ik zag af van dat idee.

Ik zocht nog contact met een lokale Bomenwerkgroep Fraxinus Excelsior en met de Bomenridders Rotterdam om te zien wat experts van deze kap vonden en of ik een goed punt had om het aan te vechten. Ik stuurde foto's en informatie uit de vergunningaanvraag en beide organisaties waren verbaasd over de voorgenomen kap en waren niet overtuigd van de noodzaak. De Bomenridders stuurde een schriftelijke reactie met opmerkingen en vragen die ik op kon nemen in mijn bezwaarschrift.

Naar aanleiding van mijn Facebook post werd ik benaderd door een journalist van het AD voor een artikel over de kap. Ik probeerde hem naar GroenLinks te verwijzen, maar hij wilde er graag een “persoonlijk verhaal” van maken (zucht). Dit zou betekenen dat ik met naam en foto in de krant zou komen. Ik zat er niet echt op te wachten, maar tegelijkertijd wilde ik de kap onder de aandacht brengen, dus ik gaf toe. Ik kreeg niet veel reacties op het artikel en het waren vooral mensen die verder weg woonden die zich ook zorgen maakten om de kap.

Uiteindelijk kreeg ik weinig concrete bijval, maar ik vond dat de vergunningaanvraag sowieso niet door de beugel kon door de belachelijk slechte motivering, dus ik besloot te onderzoeken of ik zelf in bezwaar zou willen en kunnen gaan.


Status als belanghebbende

Het grootste obstakel om bezwaar aan te kunnen tekenen tegen een kapvergunning in je gemeente is dat je moet kunnen aantonen belanghebbende te zijn. Je komt hiervoor in aanmerking als je binnen 100 meter van de bomen woont of op een afstand tussen 100 en 200 meter én ook zicht hebt op de bomen. Dit wordt op veel websites zo aangegeven, maar het er komt echter meer bij kijken. Laten we even naar de relevante uitspraken van rechtbanken en de Raad van State.

Allereerst is er de uitspraak van de Rechtbank Utrecht van 13 februari 2009 (ECLI:NL:RBUTR:2009:BH3305) waarin het volgende wordt gezegd:

“In aansluiting op hetgeen is overwogen door de rechtbank Amsterdam in haar uitspraak van 1 september 2008 (LJN:BF3709), op welke uitspraak door verweerder een beroep is gedaan, heeft te gelden dat:

- personen die op meer dan 100 meter afstand van de bomen wonen en geen zicht hebben op deze bomen; en

- personen die weliswaar zicht hebben op de bomen, maar op meer dan 200 meter van de bomen wonen,

niet als belanghebbende kunnen worden aangemerkt ten aanzien van het besluit waarbij voor die boom of bomen een kap- of velvergunning wordt verleend. Van deze hoofdregel kan en moet worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden daartoe nopen. Van bijzondere omstandigheden kan sprake zijn indien het gaat om de kap van een beeldbepalende of monumentale boom, die bijzondere waarden vertegenwoordigt, of bijvoorbeeld bij de kap van grote aantallen bomen in een stadspark of bos. Dan zal aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval moeten worden beoordeeld of de betrokkene zich kwalificeert als belanghebbende.”

In sommige gevallen kan er dus een ruimere definitie van belanghebbende worden toegepast, vooral als het gaat om bomen met een bredere sociaal-historische betekenis. Dit is eigenlijk het enige goede nieuws. Logischerwijs hebben alle bomen een brede sociaal-historische én ecologische betekenis, en zou in deze tijd iedereen belanghebbende moeten zijn als het gaat om de kap van bomen, maar helaas hebben volgende uitspraken alleen maar gezorgd voor een vernauwing van de definitie.

Sinds een uitspraak van de Raad van State van 16 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:737) wordt er een correctie toegepast waardoor je alleen als belanghebbende wordt gezien als je “gevolgen van enige betekenis” ondervindt door de activiteit. Wat dit precies betekent is ingevuld door een uitspraak van de Raad van State van 23 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2271), namelijk als volgt:

“Het uitgangspunt is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ dient als correctie op dit uitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.”

Deze uitspraken maken het erg lastig om als burger een belanghebbende te zijn in het geval van bomenkap als de betreffende bomen niet pal naast je huis staan. Er is zelfs een recente uitspraak van 29 juni 2022 door de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2022:1832) waarbij iemand die op 50 en 90 meter afstand woonde van kaplocaties voor de kap van 50 en 59 bomen niet als belanghebbende werd erkend omdat het zicht op de bomen te beperkt zou zijn (zie punt 3.3 in de uitspraak). Hij zou zich niet voldoende “onderscheiden van anderen”. Ook werd zijn punt dat de kap zou leiden tot waardedaling van zijn huis niet geaccepteerd omdat hij dit niet had onderbouwd.

Ik vind het een zeer slechte ontwikkeling dat het burgers op deze manier op technische punten worden uitgesloten uit het bezwaarproces, vooral omdat het meer over technische definities gaat dan over de daadwerkelijke noodzaak van de bomenkap. Ingediende bezwaren die niet-ontvankelijk verklaard worden, bijvoorbeeld als een bezwaarmaker niet als belanghebbende wordt gezien, hoeven niet meer inhoudelijk behandeld te worden. Op deze manier komen gemeenten dus erg gemakkelijk weg met slecht onderbouwde vergunningaanvragen voor kap en lijkt het bezwaarproces niet veel meer dan een schijnvertoning. Er is wel enige tegenbeweging en dit artikel laat zien dat recentere uitspraken in gevallen van twijfel de burger toch als belanghebbende zien. Er is dus een grijs gebied en het kan lonen om de grenzen op te zoeken van wat er geaccepteerd wordt.

Ook al is het ontmoedigend om te zien hoe je als burger wordt tegen gewerkt en buitengesloten als je een stem wil in wat er in je omgeving gebeurt, toch heeft het zin om bezwaar aan te tekenen tegen onnodige bomenkap, ook als je twijfelt of je binnen de categorie belanghebbende zou vallen. Allereerst is het een signaal naar de gemeente toe dat er wel degelijk weerstand is, en als er meerdere mensen zijn die bezwaar aantekenen kan het de druk opvoeren op de gemeente om de bezwaren serieus te nemen en de plannen te heroverwegen.

Als er meerdere mensen zijn die bezwaar zouden willen maken tegen de kap kun je ervoor kiezen om aparte bezwaren in te dienen of om gezamelijk één bezwaar in te dienen. Hoe dan ook is het slim om de krachten te bundelen om één tekst op te stellen die inhoudelijk zo sterk mogelijk is. Op deze manier voorkom je dat iemand met de meeste kans om als belanghebbende te worden erkend misschien net belangrijke inhoudelijke punten mist in het bezwaarschrift en hierop alsnog wordt afgewezen. Als je gezamelijk één bezwaar in wil dienen, dan moet er één persoon door de anderen gemachtigd worden om het ook namens hen te doen. Dit betekent dat de volledige namen en adressen van alle bezwaarmakers op het bezwaarschrift staan en dat iedereen een machtigingsbrief ondertekent die bijgevoegd kan worden. Als alternatief kan iedereen met min of meer dezelfde tekst een apart, individueel bezwaar indienen.

Als niemand in de buurt overtuigend belanghebbende én tegen de kap is, maar de bomenkap zeer zorgwekkend lijkt, kun je nog onderzoeken of een lokale bomen- of natuurorganisatie actief in jouw gemeente (zie hier een overzicht van bomenorganisaties) bezwaar zou kunnen en willen maken. Dit soort organisaties hebben vaak beperkte middelen, dus als ze zich al bezig houden met bezwaarprocedures zullen ze zich vooral richten op zaken waarbij het gaat om grote aantallen bomen en/of monumentale bomen. De landelijke Bomenstichting gaat soms ook in bezwaar tegen bomenkap van monumentale bomen aangezien ze hierin op landelijk niveau belanghebbende zijn. Deze organisatie beheert namelijk het Landelijk Register Monumentale Bomen waar je kunt checken of een boom geregistreerd is en, zo ja, foto's en waarnemingen kunt vinden. Ook kun je bomen aanmelden voor opname als ze 80 jaar of ouder zijn, gezond zijn met een levensverwachting van minstens 10 jaar, en bepaalde bijzondere waarde hebben.

Toen ik probeerde te beslissen of ik in bezwaar zou kunnen gaan was ik nog niet op de hoogte van alle details die ik hierboven heb besproken. Ik wist alleen dat je ofwel binnen 100 meter moest wonen ofwel tussen 100 en 200 meter mét zicht op de bomen. Ik checkte de afstand op google maps en vond dat ik zo 134 meter op afstand van de eerste boom woonde en op 198 meter van de verste boom. Vanuit mijn slaapkamerraam had ik zicht op de kronen van 5-6 van de bomen. Er was geen duidelijkheid over hoeveel zicht er precies nodig was en of het uitmaakte vanuit welk deel van het huis. Ik vond wel een zaak waarbij iemand in een vergelijkbare situatie, met zicht op de kroon van een boom vanuit een zit-slaapkamer, in een hoger beroep bij de Raad van State op 11 januari 2012 gelijk kreeg en alsnog als belanghebbende werd aangemerkt (ECLI:NL:RVS:2012:BV0559). Op basis daarvan leek het erop dat ik in de juiste positie was om bezwaar aan te tekenen.

Echter ik kan nu alvast verklappen dat mijn bezwaar uiteindelijk toch niet-ontvankelijk werd verklaard omdat ik niet als belanghebbende werd erkend. Er werd door de bezwaarcommissie gesteld dat mijn zicht op de bomen te beperkt was, dat tussenliggende bebouwing het zicht belemmerde, en dat ik mijzelf niet voldoende zou onderscheiden van anderen. Dit alles op basis van de correctie van 2016, de invulling van 2017, en de uitspraak van 2022. Dat ik dagelijks meerdere malen met de hond door de straat loop zou geen belang aantonen aangezien vele anderen ook door de straat lopen.

Juridische hulp inschakelen

Als je een rechtsbijstandsverzekering hebt is het slim om die in te schakelen zodra je overweegt om een bezwaar in te dienen. Ik had er zelf niet aan gedacht en kwam pas tot het besef dat ik juridische hulp kon gebruiken tijdens de vovo zitting (zie hieronder). Een jurist kan hulp bieden bij het indekken van je status als belanghebbende en bij het voorbereiden van een inhoudelijke argumentatie voor het bezwaarschrift. Ik heb een rechtsbijstandsverzekering bij via Interpolis bij Achmea en na het aanmelden van de zaak duurde het 3 weken tot ik een jurist kreeg toegewezen (normaal zou je na melding binnen 5-10 werkdagen bericht moeten krijgen). Het is dus slim om hier rekening mee te houden en een zaak op tijd aan te melden.

Als je geen rechtsbijstandsverzekering hebt kun je zien of je juridisch advies kunt inwinnen bij een lokale bomen- of natuurorganisatie of bij de landelijke Bomenstichting. Of als geld geen obstakel is kun je natuurlijk zelf juridische hulp inschakelen. Twee nadelen van een jurist via een verzekering zijn dat diegene niet persé is gespecialiseerd in rechtszaken rondom behoud van bomen, en dat er ook een financiële afweging wordt gemaakt over de kans dat een zaak gewonnen wordt. Nadat de bezwaarcommissie mijn bezwaar had afgewezen concludeerde mijn jurist dat een beroep via de rechtbank niet veel kans zou maken. Op basis hiervan zou de verzekering dus de kosten van een beroep en een vovo niet vergoeden en geen verdere juridische steun verlenen. Als zo'n zaak gewonnen wordt dan kunnen de kosten namelijk verhaald worden op de gemeente en dan kost het de verzekering weinig tot niets. Dit is in de praktijk helaas wel een rem op de vechtlust om toch te proberen een gelijk te halen.

Als je een laag inkomen hebt en geen rechtsbijstandsverzekering kun je mogelijk nog in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Dan is er echter wel een eigen risico en moet je de griffierechten nog betalen. Op de griffierechten kun je een vermindering aanvragen en als je de zaak wint dan krijg je dit terugbetaald.

 

Bezwaar indienen en vovo aanvragen

Op 18 februari, binnen zes weken na de aankondiging van de verleende vergunning, stuurde ik mijn bezwaarschrift naar de gemeente. Mocht het zo zijn dat je tegen de deadline voor het indienen van je bezwaar aanzit, maar al je argumenten nog niet goed hebt uitgewerkt of wacht op input van een expert, dan kun je het bezwaar alvast indienen als een pro forma bezwaar waarin je aangeeft dat de onderbouwing later volgt. Vermeld dan duidelijk de term “pro forma” op het bezwaarschrift. De onderbouwing kan dan na de deadline nagestuurd worden. De gemeente zal daar een maximale termijn voor stellen. Zorg in ieder geval dat je (pro forma) bezwaar op tijd binnen is, want al is het maar 1 dag te laat dan zal het niet-ontvankelijk worden verklaard.

Ik heb het al even over een zogenaamde vovo gehad, ofwel een voorlopige voorziening. Dit is een ontzettend belangrijke stap die je naast het indienen van een bezwaar moet nemen en dat gaat via de rechtbank. Het vraagt de rechter namelijk om te beslissen dat de vergunning voor de kap niet mag worden gebruikt voordat er een belissing is genomen op het bezwaarschrift. Gek genoeg mag een gemeente anders gewoon tot kap over gaan ook al zijn er 20 bezwaren ingediend. Dit komt omdat een bezwaar bij de gemeente (of een beroep bij de rechtbank of de Raad van State) geen opschortende werking heeft. Pas kapte de Gemeente Groningen nog een gezonde 20 meter hoge ginkgo biloba uit 1960 voor de bouw van een kunstcentrum terwijl bezwaarmakers een hoger beroep bij de rechtbank hadden ingediend tegen de niet-ontvankelijkheidsverklaring van hun bezwaren door de bezwaarcommissie. Het is natuurlijk een zeer onsympathieke actie van de gemeente, en bovendien loopt die het risico dat er later nog een schadevergoeding betaald moet worden als het beroep toch wordt toegekend en de kapvergunning wordt ingetrokken, maar als de bezwaarmakers een verzoek voor een voorlopige voorziening hadden ingediend hadden ze de voorbarige kap kunnen voorkomen.

Bij een verzoek voor een vovo is het overigens wel van belang dat er een spoedeisend belang is en dat er onomkeerbare gevolgen zouden zijn. Nu is bomenkap sowieso onomkeerbaar, maar als de kap pas voor 6 maanden later gepland staat dan is er geen spoedeisendheid en is een vovo niet nodig en zou ook niet toegekend worden. Binnen die 6 maanden zou een bezwaarprocedure namelijk afgerond moeten kunnen worden. Het is dus handig om een idee te hebben van de planning van de kap en als dit in de verdere toekomst zou liggen zwart op wit te krijgen dat de kap niet zal plaatsvinden voor een bepaalde datum.

Ik diende mijn vovo verzoek ook meteen op zaterdag 18 februari in. Dit kan digitaal met je DigiD via deze website. De rechtbank heeft hierop zeer snel gereageerd. Voor zover ik me kan herinneren kreeg ik op dinsdag een telefoontje hierover en werd de gemeente ook meteen gebeld om ze te informeren dat er een vovo was ingediend en dat ze niet tot kap over mochten gaan tot er door de rechter over was besloten. Ik kreeg een nota voor griffierecht van €184 en diezelfde week werd er nog een datum geprikt voor de hoorzitting voor 9 maart. Je kunt dan tot een dag voor de hoorzitting nog nieuwe stukken indienen ter ondersteuning van je zaak. Ik had ondertussen meer onderzoek gedaan en stuurde aanvullende informatie over de ecosysteemwaarden van essen, de juiste procedures voor boominspecties, beoordeling van conditie en vitaliteit van bomen, en mogelijkheden tot groeiplaatsverbetering (of standplaatsverbetering) om bomen een betere toekomst te geven. Dit waren allemaal factoren die in de vergunningaanvraag niet waren behandeld en overwogen.

Ik ging in mijn eentje naar de hoorzitting, vooral voorbereid op de inhoudelijke argumentatie. Toen ik in de ontvangsthal voor de rechtszaal aankwam waren er vijf mensen namens de gemeente. Twee van hen waren van de juridische afdeling en één van de uitvoerende organisatie. Twee mensen waren meegekomen omdat ze het interessant vonden om te observeren. Ze vonden het blijkbaar allemaal een fascinerende en grappige vertoning. Het leek alsof ze het zagen als een bedrijfsuitje. De zitting begon en de rechter legde eigenlijk meteen uit dat ze de dag ervoor door de gemeente was geïnformeerd dat de kap van de bomen zou worden uitgesteld tot het najaar i.v.m. het naderende broedseizoen. Dit betekende dat de spoedeisende factor verviel en dat de aanvraag voor de vovo niet langer nodig was. De gemeente had mij hier niet over geïnformeerd en de rechter had besloten de zitting toch door te laten gaan. Zij gaf aan dat ik ter plekke kon beslissen om mijn verzoek voor een vovo in te trekken, met de mededeling dat als ik dat niet deed hij toch niet zou worden toegekend. Dus ik trok mijn verzoek in en de zitting was voorbij...

De rechter was duidelijk geïrriteerd door de houding en het gedrag van de gemeente. Ze vroeg tijdens de introducties wie van hen vergunningverlener en wie vergunninghouder was, waarop werd gereageerd dat ze het allebei tegelijk waren, iets wat niet echt werd gewaardeerd (ook al is de gemeente beide hoort er een onderscheid gemaakt te worden tussen de afdelingen/ personen die de relatieve rollen aannemen). Ze benadrukte ook dat de gemeente met deze late beslissing de tijd van de rechter en van mij had verspild, dat ik voor niets naar de rechtbank was gereisd en een dagdeel aan tijd kwijt was. De woordvoerder van de gemeente reageerde door te stellen dat ze met z'n vijven ook voor niets waren gekomen, blijkbaar niet realiserend dat ze er zelf verantwoordelijk voor waren. Ik dacht te zien dat de rechter met haar ogen rolde...

Achteraf leerde ik dat ik op dat moment nog had moeten vragen om vergoeding van de €184 griffierechten. Bij het winnen van de zaak zou ik die terug krijgen van de gemeente, maar nu ik me door verandering van de situatie terug moest trekken was dit niet het geval. Toen ik later een jurist toegewezen kreeg via mijn rechtsbijstandsverzekering zei zij dat dat ter plekke geregeld had moeten worden en dat ik er achteraf niets meer aan kon doen om het terug te krijgen. De rechter had er blijkbaar niet aan gedacht en ik was zo verrast door de gang van zaken dat ik daar op dat moment niet mee bezig was.

Na de zitting raakte ik in gesprek met de juridische medewerkers van de gemeente. Zij zeiden dat ik een uitnodiging zou ontvangen voor een informeel gesprek over de vergunning. Ik gaf aan dat de vergunning zeer slecht onderbouwd was, maar als er betere en overtuigende informatie beschikbaar was die een slechte gezondheid van de bomen zou aantonen ik natuurlijk bereid zou zijn om mijn bezwaar in te trekken. Echter, zij stuurden het gesprek naar mijn status als belanghebbende en stelden dat ik te ver weg woonde en niet voldoende zicht had op de bomen. Het kwam over als een aanval en het werd me meteen duidelijk dat de gemeente erop aanstuurde om mijn bezwaar op technische gronden te diskwalificeren, ofwel niet-ontvankelijk te verklaren. Ik werd gezien als een tegenstander die moest worden uitgeschakeld en niet als een bezorgde burger met gegronde zorgen over mogelijk onnodige bomenkap.

Later begreep ik dat de gemeente niet had voorzien dat het uitstel van de kap zou leiden tot intrekking van mijn vovo verzoek. Als zij de kap niet hadden uitgesteld, dan had ik als onderdeel van de zitting mijn status als belanghebbende moeten onderbouwen, iets waar ik niet volledig op was voorbereid. Ik wist de afstand van mijn woning tot de bomen en dat ik zicht had op de kronen van verschillende bomen, maar ik had bijvoorbeeld geen foto's meegenomen om dit te onderbouwen. En zelfs al had ik die wel meegenomen is het goed mogelijk dat de vovo was afgewezen, ook al leek de rechter sympathie te hebben voor mijn zaak. Het afwijzen van de vovo is dan meteen een signaal dat de rechter verwacht dat het bezwaar ook zou worden afgewezen op dezelfde gronden. Als er geen vovo wordt toegekend, dan heeft de gemeente in principe een vrijbrief om te gaan kappen, ook als de bezwaarprocedure nog loopt. Dan heeft het voor de bezwaarmaker eigenlijk weinig zin meer om die nog door te zetten. Hier is een voorbeeld van een uitspraak van 17 maart 2023 door de Rechtbank Midden Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2023:1337) over een vovo betreffende de kap van acht bomen waarbij het verzoek wordt afgewezen omdat de eiser te ver weg van de bomen woonde (110 meter) en te weinig zicht zou hebben (belemmerd door tussenliggend groen).

Naar aanleiding van deze ervaring en de vijandige houding van de gemeente in de rechtbank heb ik mijn rechtsbijstandsverzekering ingeschakeld, waarna ik een jurist toegewezen kreeg. Ondertussen wachtte ik op een uitnodiging voor het aangekondigde informele gesprek.

 

Gemeente in gebreke stellen

Zo'n drie weken na de hoorzitting ontving ik een brief dat de termijn voor de beslissing op mijn bezwaar met 6 weken zou worden uitgesteld - dat zou dan voor 16 mei moeten gebeuren. Vervolgens was het weer radiostilte en op 20 mei stuurde ik een formulier ingebrekestelling naar de gemeente. Dit is een manier om overheidsinstanties aan te sporen op het nemen van een beslissing. Na ontvangst van het formulier heeft die instantie dan nog twee weken om alsnog te beslissen en als het langer duurt zal die instantie een dwangsom moeten gaan betalen aan de betreffende burger. Die dwangsom loopt op hoe langer de vertraging, tot maximaal €1442 bij 42 dagen vertraging.

Ik had me bedacht dat ik een eventueel verschuldigde dwangsom zou kunnen gebruiken om de kosten van het hele proces te dekken, inclusief een mogelijk second opinion onderzoek en een rechtszaak. Echter, er is geen dwangsom verschuldigd als je geen belanghebbende bent of als je zaak om een andere reden niet-ontvankelijk wordt verklaard of ongegrond is. Mijn ingebreke stelling werd dus uiteindelijk bij de beslissing van de bezwaarcommissie over de zaak ook afgewezen. Zo lang de gemeente hier niet zeker van is is de mogelijke dwangsom wel een stok achter de deur om het proces in beweging te krijgen. En mocht je een dwangsom toegekend krijgen kun je het bedrag altijd alsnog gebruiken om kosten te dekken of bijvoorbeeld doneren aan een organisatie die zich inzet voor bomenbehoud.

Informeel gesprek

Drie dagen na het verzenden van de ingebrekestelling kreeg ik een uitnodiging voor het informele gesprek voor 7 juni (dit werd later weer met twee weken uitgesteld naar 21 juni). In de uitnodiging stond dat er andere reacties waren van bewoners uit de straat en niet kort daarna werd ik benaderd door iemand die met haar partner ook bezwaar had aangetekend en een andere bewoner die ook tegen de kap was maar geen bezwaar had aangetekend. Ineens waren we met z'n vieren en ik voelde me gesterkt dat er mensen uit de straat zelf toch ook tegen de kap waren. Ik hoorde wel dat het andere bezwaar een dag te laat was ingediend en vermoedde dat het op die basis afgewezen zou worden. De bezwaarmaakster was ervan overtuigd dat het geldig was omdat de gemeente het in behandeling had genomen. Echter, bij de uiteindelijke hoorzitting van 30 oktober werd haar bezwaar alsnog op die gronden niet-ontvankelijk verklaard.

Mijn jurist had al aangegeven dat het gesprek waarschijnlijk vooral een poging zou zijn om ons te overtuigen van de noodzaak van de kap zodat we onze bezwaren zouden intrekken. Ik stond er op zich voor open dat er informatie zou kunnen zijn waaruit zou blijken dat de bomen inderdaad beter gekapt zouden kunnen worden. Maar gezien de houding van de gemeente tot nu toe was ik ook skeptisch en kritisch. Je bent overigens niet verplicht om aan zo'n gesprek deel te nemen en kunt simpelweg de bijeenkomst van de bezwaarcommissie afwachten. Als je wel deel neemt dan is kan het handig zijn om het gesprek op te nemen (vraag hiervoor wel even toestemming aan iedereen). In ons geval zijn er notulen gemaakt en nagestuurd, maar deze waren zeer summier en incompleet.

Tijdens het gesprek waren aanwezig: ik en drie andere bewoners tegen de kap, twee bewoners voor de kap i.v.m. overlast door takken en wortels, twee vertegenwoordigers van een lokale natuurbeschermingsorganisatie (op verzoek van de andere bezwaarmaakster), de projectmanager van de gemeente die de vergunning voor de kap had aangevraagd, de bomenexpert van de gemeente, een vertegenwoordiger van juridische zaken, en een projectondersteuner die notulen maakte. Het grootste deel van de bijeenkomst, die 1,5 uur duurde, bestond uit een langdradige uiteenzetting door de bomenexpert. Hij besprak het bomenbeleid in  de Hoeksche Waard en wilde ons er allereerst van overtuigen dat hij een échte bomenliefhebber was.

Er werd vooral ingespeeld op de nieuwe argumenten van essentaksterfte en veiligheid, welke al door de portefeuillehouder waren aangevoerd in de beantwoording van de vragen van GroenLinks, maar welke niet in de vergunningaanvraag waren genoemd. Nieuwe argumenten kunnen trouwens niet zomaar worden aangevoerd om een vergunningaanvraag beter te onderbouwen; hiervoor zou een formele aanpassing aangevraagd moeten worden.

De bomenexpert zei dat alle 13 bomen geïnfecteerd waren met essentaksterfte en dat dit niet te genezen was. We kregen een bomenpaspoort van één van de bomen te zien, maar de informatie was vaag en de bomenexpert kon geen duidelijk antwoord geven op onze vragen over hoe de diagnose gemaakt werd. Aangezien dit nieuwe informatie was wilde ik graag meer weten en vroeg of het mogelijk was dat wij inzage zouden krijgen in de inspectiedata. Ik moest hier twee keer om vragen en er werd omheen gedraaid tot het uiteindelijk werd toegezegd.

Essentaksterfte zou niet persé reden zijn voor kap, maar impact kunnen hebben op de toekomstverwachting van een boom. De bomenexpert kon echter geen prognose geven over hoe lang de bomen nog mee zouden kunnen. De optie van groeiplaatsverbetering die ik voor de vovo zitting al had aangedragen werd afgedaan als te duur (het zou vele tienduizenden euro's kosten) en niet de moeite waard. De mogelijkheid dat het de conditie van de bomen zou kunnen verbeteren zodat ze beter bestand zouden zijn tegen essentaksterfte werd niet besproken of overwogen.

Er werd vooral benadrukt dat essentaksterfte zou leiden tot takbreuk en mogelijke veiligheidsissues. De bomenexpert stelde, wat als je daar onder de bomen loopt met je kinderwagen met een tweeling en er valt een grote tak naar beneden? Met dit voorbeeld verloor deze “expert” voor mij meteen alle respect. Het was pure angstzaaierij waar een echte bomenexpert en -liefhebber zich verre van zou houden. Er zijn duidelijke protocollen voor het bepalen van veiligheid van bomen en mogelijke risico's die daarbuiten vallen kunnen niet voorkomen worden, maar zijn relatief zeer klein. De andere bezwaarmaakster reageerde dat de essen in een volgende straat er slechter aan toe waren dan deze. Wat als je daar met je kinderwagen loopt dan? Waarom worden die bomen niet gekapt? De bomenexpert gaf toe dat dit soort bomen niet preventief gekapt worden, maar als die betreffende straat gerenoveerd zou worden dan zouden dat waarschijnlijk ook overwogen worden. Met andere woorden, de veiligheidsrisico’s waren toch niet van die aard dat ze kap zouden rechtvaardigen.

Door van mogelijke takbreuk een veiligheidsissue te maken werden wij als bezwaarmakers wel plotseling gepositioneerd als een obstakel om de veiligheid van omwonenden te waarborgen. Echter als een boom is afgekeurd tijdens de boomveiligheidscontrole kan die zonder vergunning gekapt worden, dus dan was bezwaar aantekenen ook niet eens mogelijk geweest. Er was bovendien geen enkele poging om het probleem van takbreuk in kaart te brengen bijvoorbeeld door te kijken naar het aantal meldingen in de afgelopen jaren geweest en te bepalen of die uitzonderlijk waren in vergelijking met andere bomen. In de twee jaar dat ik dagelijks door de straat liep had ik nog nooit overdreven takbreuk gezien en een enkele keer dat er een tak was gevallen was dit in een situatie van storm of ernstige droogte, momenten dat vele andere bomen in en rond het dorp takken lieten vallen. Als we iedere boom met takbreuk zouden kappen blijven er weinig bomen over.

De bewoners die voor de kap waren spraken over een tak die in hun tuin was gevallen vlakbij iemand die in de tuin bezig was. Zij waren duidelijk bang voor vallende takken en waren de overlast die zij van de bomen ervaarden door overhangende takken, wortelopdruk, en plakkerigheid van luizen op hun tuinmeubilair meer dan zat. Zij haalden artikel 5.44 van het Burgerlijk Wetboek aan waarmee ze het recht zouden hebben om takken en wortels die over de erfgrens heen komen zelf te verwijderen, ook als desbetreffende bomen van de overheid zijn (zie ook Bomenrecht Takken en wortels over de erfgrens en Bomen en overheden). Hieruit bleek dus dat, ook al is overlast geen reden om tot kap over te gaan, de gemeente al jaren had verzuimd iets te doen aan de takken die over erfgrenzen van de woningen hingen en aan de wortelopdruk in tuinen. De bewoners waren huiverig om dit zelf aan te pakken, ook al hadden ze daar het recht toe, aangezien het om grote bomen gaat met dikke takken en wortels en verwijdering vanaf de erfgrens zou niet zonder risico zijn.

Gezien het feit dat de gemeente alleen tot kap over wilde gaan door de geplande renovaties en al die tijd geen maatwerk had geleverd om de problemen voor deze bewoners op te lossen (en dit dus waarschijnlijk ook niet had gedaan zonder de renovaties en kap) is het enigszins begrijpelijk dat zij de bomen graag weg wilden hebben. Echter, terwijl wij tegenover deze bewoners werden gezet als tegenstanders, was het eigenlijk de gemeente die de situatie zo ver had laten komen door verantwoordelijkheden jaren lang uit de weg te gaan.

Naast de strategieën van angstzaaijerij, verdeel-en-heers, en overdrijven van problemen, probeerden de bomenexpert en projectmanager ons ook enthousiast te maken voor de nieuwe bomen die ter compensatie aangeplant zouden worden. Er werd geen aandacht besteed aan de ecosysteemwaarden van de bestaande bomen, maar de nieuwe bomen zouden van verschillende soorten zijn en dus biodiversiteit verhogen. Het probleem is natuurlijk dat je tegelijkertijd oudere bomen verliest en er een bredere trend is waarbij de diversiteit in leeftijden van bomen vermindert door constante verjonging. Dit terwijl de ecosysteemwaarden van oudere bomen vele malen hoger liggen.

Het lijkt me duidelijk dat deze bijeenkomst niet bijdroeg aan mijn vertrouwen in de gemeente en oprechtheid met betrekking tot interesse in bomenbehoud en goed onderbouwd bomenbeheer.

 

Bomeninspecties en gesjoemel met info

In de week na de bijeenkomst kregen we een excel file toegestuurd met de inspectiedata van de bomen die door de bomenexpert “1 op 1” zou zijn overgenomen uit de inspectierapporten. Ik vond het vreemd dat hij de moeite had genomen om die al die data celletje voor celletje over te typen en vroeg me af waarom we de originele rapporten niet hadden ontvangen. Het leek er ook op dat de data niet compleet waren, dus ik vroeg naar de complete bomenpaspoorten welke we uiteindelijk door de projectmanager toegestuurd kregen.

Ik was al achterdochtig over het hele gebeuren, maar kwam er pas een paar maanden later achter dat de bomenexpert data had toegevoegd aan de laatste inspecties. Terwijl bij de inspecties van september 2020 bij iedere boom essentaksterfte was geconstateerd was dit in mei 2022 nog maar bij 3 van de 13 bomen het geval. Dit betekent dat de tussentijdse snoei van februari 2021 de aantasting dusdanig had verwijderd dat deze ruim een jaar later bij 10 van de 13 bomen niet meer waarneembaar was. Ook al betekent dit niet dat de bomen niet meer geïnfecteerd zijn, het is een indicatie van een herstellend vermogen in de bomen, iets wat de bomenexpert blijkbaar probeerde te verdoezelen.

Toen ik hier later, tijdens de hoorzitting van de bezwaarcommissie van 30 oktober, opherdering over vroeg werd het gemakkelijk afgedaan met de opmerking dat de inspecteurs echt niet steeds weer “essentaksterfte” gaan invullen bij iedere boom als het eerder al geconstateerd was en dat hij het daarom had aangevuld. Echter, inspecteurs horen wel degelijk secuur te zijn over dit soort zaken en bij iedere inspectie en iedere boom de aantasting te noteren. De second opinion die ik heb laten doen bevestigde overigens bij 2 van de 3 bomen mogelijke aantasting door essentaksterfte, en dus niet bij 13 van de 13.

Het feit dat de bomenexpert ervoor had gekozen om alle data in een excel file over te nemen i.p.v. ons de originelen te sturen met een korte toelichting bevestigde alleen maar dat de noodzaak werd gezien om de aantasting erger te doen lijken dan die daarwerkelijk was. Blijkbaar vond hij het zelf al niet overtuigend genoeg. Het onthult ook iets over hoe wij als bezwaarmakers werden gezien, namelijk als lastige burgers die met enige manipulatie wel afgepoeierd zouden kunnen worden.

Overigens waren de inspecties zeer summier en standaardformulieren die ik had gezien bevatten veel meer datapunten. Daarbij had ik voorbeelden gezien waarbij gemeenten besloten over bomenkap op basis van zeer gedetailleerde evaluaties van de gezondheid van bomen, wat hier duidelijk niet het geval was. Ik besloot dus om op zoek te gaan naar iemand die een second opinion zou kunnen doen.  

 

Second opinion onderzoek

Ik schreef berichten naar verschillende organisaties voor boomverzorging en -inspecties en kwam er snel achter dat bomeninspecteurs niet snel een second opinion onderzoek in een bezwaarprocedure tegen een gemeente zullen doen omdat gemeenten belangrijke opdrachtgevers zijn. Soms kunnen ze zelfs bij eerdere inspecties betrokken zijn geweest waardoor er natuurlijk een belangenverstrengeling onstaat. De Bomenstichting heeft een handige pagina met specialisten voor technisch onderzoek/ advies die je voor een second opinion kunt benaderen, maar het is dus mogelijk dat je om deze reden niet snel iemand zal kunnen vinden.

Ik vond uiteindelijk via via een inspecteur die bereid was de bomen te komen bekijken. Hier zijn natuurlijk kosten aan verbonden en die zullen sterk verschillen tussen inspecteurs en situatie, afhankelijk van het aantal bomen. Het is mogelijk dat een rechtsbijstandsverzekering deze kosten vergoed. Anders kun je geld ophalen bij bewoners of een online crowdfunding opzetten.

Toen onze specialist naar de bomen keek zei hij meteen dat de groeiplaats niet goed was door een zeer verdichte bodem en competitie voor water met het gras. Hij bevestigde de observaties uit de bomenpaspoorten grotendeels, namelijk dat de bomen in matig tot redelijke conditie waren. Maar hij zag de renovatie van de straat juist als een goede kans om de conditie van de bomen te verbeteren. Een betere afwatering bijvoorbeeld door een mulchlaag zou overlast door dwalende wortels bij woningen verminderen. Daarbij raadde hij aan om de mechanisch belaste takken die over aangrenzende woningen en tuinen hingen te snoeien. Dit soort maatregelen zouden prima binnen het budget passen en de situatie voor zowel de bomen als de omwonenden verbeteren waardoor de bomen nog een poos mee zouden kunnen.

Na de inspectie stuurde hij eerst een voorlopig rapport en na de vakantieperiode een uitgebreid eindrapport. Deze stuurde ik allebei direct door naar de projectmanager. Ondanks dat de rapporten specifieke suggesties bevatten met alternatieve oplossingen kregen we geen enkele inhoudelijke reactie. Het was duidelijk dat de projectmanager geen interesse had om in gesprek te gaan en de procedure van de bezwaarcommissie wilde afwachten.

Over essentaksterfte

Ondertussen had ik ook de kans gezien om meer onderzoek te doen over essentaksterfte en vond ik waardevolle informatie van organisaties die er uitvoerig onderzoek naar hadden gedaan. Essentaksterfte wordt pas sinds 10-15 jaar waargenomen in Nederland. Het is een schimmel afkomstig uit Azië en leidt tot afsterving van takken die vervolgens kunnen afbreken. Er is nog geen oplossing om bomen weer helemaal vrij van deze schimmel te krijgen. Toen de ziekte zich begon te verspreiden in Nederland en Europa was er in eerste instantie veel paniek en vroegen bomenbeheerders zich af of alle aangetaste essen gekapt zouden moeten worden. In Nederland staan ontzettend veel essen, dus zo'n beslissing zou tot een gigantische kaalslag leiden die natuurlijk niet wenselijk zou zijn. In de afgelopen jaren is er dus veel aandacht besteed aan geïnfecteerde bomen om uit te zoeken wat de beste aanpak is om die bomen zo goed mogelijk te behouden.

Door bomen niet meteen te kappen krijgen we nu steeds meer inzicht in resistentie en herstelvermogen van bepaalde bomen waar toekomstig beleid op aangepast kan worden en wat bijdraagt aan het behoud van de soort in het algemeen. Op deze manier is onder meer vastgesteld dat oudere bomen minder kwetsbaar zijn voor de ziekte. De Universiteit van Wageningen zegt bijvoorbeeld het volgende:

“Tegelijkertijd lopen vooral oudere bomen weer uit op de nog levende, gezonde delen. Hierdoor kunnen oudere bomen meerdere jaren overleven en soms ook weer (deels) herstellen. Bij jongere bomen en hakhoutscheuten is de kans op sterfte groter. Bomen in de stedelijke omgeving lijken wat minder vaak en zwaar aangetast te worden dan bomen in bossen en gesloten beplantingen en vooral ook hakhoutgebieden.”

“Bovendien sterven met name grotere bomen in gebieden met een lage infectie druk, zoals in het stedelijk gebied, niet snel helemaal af. Daarom wordt aangeraden om zo terughoudend mogelijk te zijn bij het ingrijpen en gezonde bomen te laten staan.”

De Vereniging van Bos en Natuurterreineigenaren zegt iets vergelijkbaars, namelijk:

“Bij bomen in laanverband duurt het wat langer voordat de volledige laan aangetast is. De infectiedruk in lanen is lager dan in een bos, omdat de wind veel van de blaadjes wegblaast waarop de vruchtlichamen van de schimmel zich ontwikkelen. Daar hoeven dus geen speciale maatregelen voor genomen te worden. Bovendien bestaan veel laanbeplantingen uit cultivars van essen waarvan inmiddels is gebleken dat ze gemiddeld genomen toleranter zijn voor de ziekte dan zaailing essen.”

“Ga pas kappen wanneer duidelijk is dat de bomen niet in staat zijn om uitbreiding van de ziekte in de boom te stoppen. Bij sommige bomen blijft de aantasting beperkt tot de dunnere twijgen en treedt soms kroonherstel op. Ook is veel taksterfte in lanen niet aan de schimmel te wijten, maar wordt veroorzaakt door andere ziekten en plagen of slechte groeiplaatsomstandigheden.”

Zij zeggen ook:

“Er is een grote genetische diversiteit bij de essen in Nederland. Het is nog onbekend welke bomen resistent zijn voor essentaksterfte. Het is daarom van groot belang om elke es die maar enige vorm van resistentie lijkt te hebben te laten staan. Deze essen zijn de mogelijke toekomstige zaadbron voor toekomstige essen of voor natuurlijke verjonging.”

Wetenschappers en boomspecialisten hebben voor de Universiteit van Wageningen een Protocol beoordeling essentaksterfte opgesteld voor een uniforme opname van aantasting, met 22 op te nemen gegevens om de mate van aantasting te kunnen categoriseren ten behoeve van onderbouwde boombeheeradviezen. Dit protocol maakt meteen duidelijk hoe minimaal de evaluatie van de bomen op de Marijkelaan is geweest en hoe slecht onderbouwd de conclusie om tot kap over te gaan.

De Gemeente Utrecht heeft een uitgebreid plan van aanpak opgesteld met betrekking tot beleid rondom essentaksterfte. Zij maken bijvoorbeeld een onderscheid in de leeftijd van de bomen, omdat oudere bomen minder vatbaar zijn en de impact van het verwijderen van oudere bomen groter is in vergelijking met jongere bomen. Ze hebben stroomschema's opgesteld om te helpen beslissen wat de beste aanpak is bij een boom die aangetast is met essentaksterfte en zijn ook zeer terughoudendmet kap (zie p. 15-16). Ook zij benadrukken het belang van monitoren en kennisopbouw ten behoeve van behoud van de soort. Ze zeggen namelijk:

“Bovendien is het belangrijk om te kijken welke essen weinig effecten van de ziekte laten zien, zodat we mogelijke tolerante essen kunnen behouden. Dit kan ons juist helpen bij het zoeken naar en het kweken van essen die tolerant voor de ziekte zijn. Na een zorgvuldige afweging aan de hand van de stroomschema’s is duidelijk geworden welke bomen gekapt moeten worden.” (p. 19).

De Gemeente Utrecht heeft duidelijk al veel ervaring opgebouwd met beleid rondom essentaksterfte en staat open voor kennisuitwisseling (zie p. 7).

Overigens zijn zowel de Hoeksche Waardse Bomenwerkgroep Fraxinus Excelsior als het Waterschap Hollandse Delta ook toegewijd om de essen in de Hoeksche Waard zoveel mogelijk te behouden. De bomenwerkgroep heeft vijf jaar lang acht groepen essen in de Hoeksche Waard geobserveerd en beperkte aantasting gevonden. Ook zij concluderen dat sommige kweekvormen van de es maar beperkt vatbaar lijken te zijn voor essentaksterfte. Het waterschap controleert zelfs alle 13.000 essen in hun werkgebied met als doel de bomen te behouden en hebben gevonden dat de bomen overwegend goed uit de test komen.

Al deze informatie stuurde ik ook naar de projectmanager en ook hier kreeg ik geen enkele inhoudelijke reactie op.

 

Oude bomen & compensatie

In mijn bezwaarschrift en in de aanvullende informatie voor de vovo hoorzitting benadrukte ik al het belang van oude bomen en het feit dat er in de vergunningaanvraag geen enkele aandacht was besteed aan de ecologische waarden van de oude essen m.b.t. het bieden van een habitat aan vogels, insekten, en vleermuizen, de opslag van CO2, het bieden van schaduw en het verlagen van de temperatuur in de straat tijdens de steeds heter wordende zomers. Helaas wordt kap nogal gemakkelijk gerechtvaardigd met de belofte van herplant, maar het duurt natuurlijk tientallen jaren tot nieuwe aanplant het verlies enigszins kan compenseren. Als de kap van bomen in een gemeente sneller gaat dan veroudering en hergroei van jonge aanplant zal de gemiddelde leeftijd van bomen lager worden en verlies je belangrijke functies. Dan blijft het aantal bomen misschien gelijk, maar kan het effect hebben op de totale CO2 opslag, voedsel en nestplaatsen voor vogels etc. En als herplant wordt gedaan met kleinerblijvende soorten, zoals in het geval van de Marijkelaan dan zal de compensatie nooit 100% kunnen worden.

Onderzoekers krijgen steeds meer inzicht in de waarde van oude bomen en die blijkt zelfs nog belangrijker dan vaak gedacht. Een recente studie heeft aangetoond dat een oude zogenaamde Methusalem boom die meer dan duizend jaar oud kunnen worden evenveel milieudiensten levert als 400 jonge bomen bij elkaar. Dan gaat het om diensten als luchtfiltering, zonwering, koeling, en CO2 opslag. Dit laat dus zien dat oudere bomen dusdanig belangrijk zijn dat een beslissing over kap niet al te lichtzinnig gemaakt moet worden en niet zomaar goed gepraat kan worden met de belofte van compensatie. Er heerst een aanname dat zorg voor oudere bomen kostbaar is, maar er wordt dan geen rekening gehouden met de kosten van het verlies van ecosysteemwaarden, die eigenlijk niet in geld uit te drukken is. Overigens zijn er ook veel signalen dat compensatie niet altijd wordt uitgevoerd of dat jonge aanplant slecht verzorgd wordt en vervolgens afsterft.


Werkzaamheden rondom bomen

Voordat ik de hoorzitting zal bespreken, even een kleine detour over een belangrijk onderwerp wat tijdens de werkzaamheden in ons dorp zichtbaar werd. Terwijl er werd gewacht op de uitslag van onze bezwaren waren de werkzaamheden in andere straten alvast begonnen. Ik zag dat er regelmatig zwaar materieel op de grond onder boomkronen werd geplaatst. Als de ondergrond niet bestaat uit bestrating of niet beschermd wordt met rijplaten maar bestaat uit kale aarde of gras kan dit leiden tot verdichting van de bodem en beschadigingen aan de wortels van de bomen. Dit kan op langere termijn mogelijk ziekte en afsterven van een boom tot gevolg hebben (zie een bespreking van dit probleem door Boom7). Omdat het een poos kan duren tot zulke schade zichtbaar wordt aan de boom is het vaak al niet meer te herleiden naar de werkzaamheden van maanden of jaren terug. Toch zijn er duidelijke protocollen voor het werken onder bomen. Het Handboek Bomen 2022 bevat een heel hoofdstuk over Werken rond bomen (hoofdstuk 2, vanaf pagina 45) met duidelijke afbeeldingen om de kwetsbare boomzone te visualiseren als kroonprojectie + 1,5 meter (zie een aparte pdf van de bomenposter).

Hieronder een aantal voorbeelden van overtredingen die gemaakt zijn door de aannemer GKB groep en hun leveranciers. De eerste keer dat ik zoiets zag sprak ik een van de medewerkers aan die skeptisch reageerde, maar beloofde het door te geven aan de leidinggevende. Er werd echter niets ondernomen, dus ik besloot de overtredingen te rapporteren aan de projectmanager van de gemeente. Ik heb in een periode van twee maanden, van augustus tot oktober, vijf e-mails met dit soort foto's gestuurd. Hij beloofde dan in gesprek te gaan met de aannemer en ik zag inderdaad dat het materieel binnen enige dagen werd verwijderd. Echter binnen de kortste tijd was er weer een nieuwe overtreding. Na vijf keer leek het erop dat het een beetje begon door te dringen dat bomen vrijgehouden moeten worden. Toch worden de grenzen steeds weer opgezocht, bijvoorbeeld door net aan het randje van de boomkroon materieel te plaatsen, terwijl er eigenlijk 1,5 meter afstand gehouden moet worden. De laatste foto is gemaakt op de dag van schrijven (12 januari 2024)…

Het probleem is dat zodra materieel is neergezet de schade al is berokkend. Weghalen zal dit niet meer ongedaan maken. Daarom is het belangrijk om dit soort praktijken zoveel mogelijk te voorkomen. Het is op zich begrijpelijk dat de gemeente hier niet altijd zicht op heeft, al horen ze er natuurlijk proactief op te controleren. Als je dit soort situaties tegenkomt is het belangrijk om foto's te maken en het te melden. Overigens geldt dit niet alleen voor werkzaamheden door de gemeente. Bewoners realiseren zich ook niet altijd hoe schadelijk het kan zijn om met de auto in het gras onder een boom door te rijden.

Het feit dat het vijf e-mails kostte voordat er enige verandering leek te komen in de praktijken van de aannemer deed me realiseren dat aannemers en waarschijnlijk ook projectplanners bestaande bomen vaak vooral als obstakels zien en het liefste met een lege lei werken. Er is gelukkig enige beweging om zorgvuldig en creatief om te gaan met bestaande bomen ten behoeve van behoud. De Bomenstichting en VHG, de branchevereniging van ondernemers in het groen, hebben hierover een gezamelijke publicatie Bouwen met Bomen uitgebracht met tips en voorbeelden. Maar er is wel echt een stok achter de deur nodig bij planners en uitvoerders. Het is namelijk nog maar de vraag of GKB groep de gedragsverandering gaat vasthouden, verbeteren, en toepassen op andere locaties, als ze weten dat er niemand meer rondloopt die het checkt en rapporteert…


Hoorzitting bezwaarcommissie

Toen er op het second opinion onderzoek en mijn e-mails naar de projectmanager geen enkele inhoudelijke reactie kwam realiseerde ik me dat het op de bezwaarcommissie zou aankomen en bereidde ik een overzicht van alle argumenten voor die onderbouwden waarom de kapvergunning ingetrokken zou moeten worden. Door alle vertragingen had ik ruim de tijd gehad om onderzoek te doen, zoals hierboven beschreven.

Op 20 september kregen we een uitnodiging voor de hoorzitting voor 26 oktober. Op 3 oktober werd die hoorzitting verplaatst naar 30 oktober. Volgens de uitnodiging kregen we 10 dagen om aanvullende informatie toe te sturen, wat ik dus met het overzichtsdocument namens mij en namens de andere bezwaarmaakster deed. Ik ontving zelf op donderdag 26 oktober (vier dagen, inclusief een weekend, voor de hoorzitting) een verweerschift van de gemeente als reactie op het originele bezwaarschrift, het informeel overleg, en het second opinion onderzoek.

Allereerst werd hierin gesteld dat ik geen gevolgen van enige betekenis zou ondervinden van de kap en dus geen belanghebbende zou zijn. Dit werd onder meer onderbouwd met het argument dat “Uit navraag blijkt dat bezwaarmaker slechts de top van een van de bomen ziet op de Marijkelaan (van de 13 bomen).” Mogelijk is dit gebaseerd op het gesprek na de vovo zitting, maar ik heb nooit gezegd dat ik zicht had op maar één boom. Dit is namelijk niet waar: ik kan vanuit mijn slaapkamerraam de kronen van 5-6 bomen zien. Het illustreert maar weer hoe gemakkelijk de gemeente met feiten omgaat en informatie bij verzint...

Verder werd gesteld dat er geen “gevolgen van enige betekenis” zouden zijn omdat de bomen vervangen zouden worden met nieuwe aanplant. Ondertussen werd er de belofte gemaakt om 14 ipv 13 bomen te planten, dus ik had er eentje bijgescored (skeptische hoera...). Dit zijn echter kleinerblijvende boomsoorten die waarschijnlijk nooit in het uitzicht vanuit mijn slaapkamerraam terecht zouden komen, dus in dat opzicht mijn verlies niet zouden compenseren.

Er was nu wel een summiere inhoudelijke reactie op alles tot en met het second opinion onderzoek. Er werd gesteld dat de essentaksterfte (die nooit in de vergunningaanvraag was genoemd) “doorslaggevend” was geweest bij de beslissing om te kappen. En er werden onder meer de volgende uitspraken gedaan:

“De afweging is echter gebaseerd op het feit dat investeren niet meer opweegt tegen de reeds besmette bomen die niet meer gered kunnen worden.”

“Wegsnoeien van zwaar aangetaste delen helpt om het gevaar van vallende takken te verminderen, maar is verder geen garantie dat de aantasting niet doorzet. Deze essen zijn in 1955 geplant, volgens de bomenspecialist zouden ze in theorie nog tien jaar mee kunnen gaan, alhoewel er geen behandeling bestaat waarmee de aangetaste bomen zouden kunnen worden genezen. Gelet hierop is onder andere het besluit op gebaseerd om de bomen te kappen en niet onnodig langer te laten staan. Vanwege de herinrichting is nu eenmaal een budget beschikbaar gesteld om de kap te realiseren en andere soorten bomen aan te planten op de Marijkelaan.”

“Er zijn juist aanwijzingen dan sterke snoei de essen extra gevoelig maakt voor de infectie. Groeiplaatsverbeteringen kunnen mogelijk de ziekte vertragen, maar zijn relatief erg duur en niet rendabel gelet op de staat van deze essen.”

Het is interessant hoe de bomen zowel “niet meer gered kunnen worden” en nog “tien jaar mee zouden kunnen gaan” terwijl er voor beide uitspraken geen onderbouwing wordt gegeven anders dan dat ze besmet zijn met essentaksterfte. Wie zegt dat de bomen niet nog 20 of 30 jaar mee zouden kunnen? En waarom is 10 jaar niet de moeite van een investering waard? Het lijkt hier dus vooral om het risico te gaan dat er na de renovaties toch nog kosten voor beheer van de bomen bij zouden komen als het budget geïnvesteerd zou worden in groeiplaatsverbetering i.p.v. kap.

Dat snoei de bomen extra gevoelig maakt voor verdere infectie is een mogelijkheid, maar er is in het verleden met succes gesnoeid waardoor de aantasting bij ten minste 10 van de 13 essen was weggenomen. Terwijl het second opinion onderzoek had laten zien dat de aantasting op dat moment zeer beperkt was zou snoei voornamelijk nodig zijn om mechanisch belaste takken die over erfgrenzen hingen te verwijderen en hierdoor overlast te verminderen.

Nu naar de hoorzitting zelf. Tijdens de hoorzitting waren aanwezing: de hoorcommissie bestaande uit de voorzitter en een lid, mijn jurist en ikzelf, de tweede bezwaarmaakster, derdebelanghebbenden (twee bewoners die voor de kap waren), de projectmanager, de bomenexpert, een juridisch medewerker, en een toehoorder. Zoals verwacht begon de hoorcommissie meteen over de ontvankelijkheid van onze bezwaren. Ze concludeerden al meteen dat het bezwaar van de andere bezwaarmaakster niet-ontvankelijk werd verklaard door het te laat indienen. In mijn geval lag het iets complexer en kwam er een discussie over “gevolgen van enige betekenis”. De commissie wilde hier vervolgens even over beraadslagen en suggereerde dat, indien de verwachting was dat mijn bezwaar niet-ontvankelijk zou worden verklaard, er verder niet inhoudelijk op mijn bezwaar ingegaan zou hoeven worden en de hoorzitting beëindigd zou kunnen worden. Mijn jurist pleitte voor om hoe dan ook een inhoudelijke behandeling te doorlopen zodat, in het geval dat mijn bezwaar alsnog ontvankelijk verklaard zou worden (ofwel door de bezwaarcommissie zelf ofwel door een rechter), er geen nieuwe hoorzitting georganiseerd zou hoeven worden.

Nadat de commissie even de tijd genomen had om te overleggen gingen ze akkoord om tot een inhoudelijke behandeling over te gaan. Er werd op dat moment nog geen conclusie genomen over de ontvankelijkheid van mijn bezwaar. Aangezien alle argumenten hierboven al behandeld zijn zal ik alleen twee opvallende uitspraken van de gemeente benoemen. Allereerst zei dat bomenexpert verschillende keren dat de bomen “terminaal” zouden zijn, een bizarre overdrijving aangezien hij zelf had erkend dat de bomen nog wel 10 jaar mee zouden kunnen. De projectmanager stelde dat als de bomen alsnog gekapt zouden moeten worden na de renovatie van de straat, de straat open zou moeten om de bomen en boomwortels te verwijderen. Ik kan nu al verklappen dat de bomen ondertussen gekapt zijn en er nog geen tegeltje in het trottoir verschoven is. Dit waren dus weer uitspraken die de geloofwaardigheid van de gemeente nog verder ondermijnden, maar die een buitenstaander mogelijk zouden overtuigen.

Toen de hoorzitting eindigde gingen wij en alle andere bezoekers weg, maar de projectmanager, bomenexpert, en juridisch medewerker bleven met de leden van de commissie zitten. Het gaf de indruk dat ze alles onderling nog even zouden nabespreken of dat er dingen gezegd zouden worden die niet voor onze oren bestemd waren. De onpartijdigheid van een bezwaarcommissie is sowieso al lastig te beoordelen, aangezien het medewerkers van eenzelfde organisatie betreft die vergunning aanvragen, vergunning toekennen, en bezwaren tegen die toekenning beoordelen, medewerkers die elkaar in de gangen tegen komen, een praatje maken, misschien zelfs samen lunchen. Door te blijven zitten werd er niet eens een poging gedaan om de schijn van onpartijdigheid op te houden...  


Laatste poging

In afwachting van de uitslag van de hoorzitting deed ik tegen beter weten in nog een laatste poging om de projectmanager te overtuigen. Ik nam contact op met de groenafdeling van de Gemeente Utrecht om, gezien hun ervaring met essentaksterfte, te zien of zij de Gemeente Hoeksche Waard advies zouden kunnen geven. Ik hoopte dat een reactie van iemand van een andere gemeente misschien meer gewicht zou hebben dan wetenschappelijke studies en een second opinion onderzoek. Ik ontving een reactie van de bomenexpert uit Utrecht die voor terughoudendheid pleitte bij de kap van bomen met essentaksterfte, zeker van deze leeftijd, afhankelijk van aantastingsgraad, ecologie, beeld, functievervulling, etc. Hij erkende dat gemeenten verschillende afwegingen maken, maar gaf de volgende input:

“Is het zo dat de bomen zijn aangetast dan kijken wij of de boom te snoeien is en veilig is te maken, uiteraard houden we daarbij rekening dat de boom na snoei er nog wel uitziet als een boom met de daarbij behorende functies. Mocht dit niet zo zijn dan zullen ook wij overgaan tot verwijderen en vervanging. Afgaande op de bijgevoegde foto, zouden wij bomen van dat formaat en ogenschijnlijk redelijk conditie ten allertijden trachten te behouden. [...] Bomen van deze omvang en problematieken zouden in Utrecht zeker het voordeel van de twijfel krijgen, het snoeien van overlast veroorzakende taken zou zeker af en overwogen worden.” 

Ik mocht zijn antwoord doorsturen naar onze gemeente en deed dat op 20 november met de vraag of ze, los van de bezwaarprocedure, toch echt niet bereid zouden zijn om de kap te heroverwegen, en met de mededeling dat zowel de bomenexpert van de Gemeente Utrecht als die van onze second opinion graag vragen zouden beantwoorden en zouden willen meedenken om tot de best mogelijke oplossing te komen. Natuurlijk kreeg ik weer geen reactie.

Uiteindelijk, nadat de bezwaarcommissie in een brief van 27 november mijn bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard en nadat de fractievoorzitter van GroenLinks mijn klachten over de onbereidheid tot gesprek op 7 december bij de portefeuillehouder had neergelegd kreeg ik op diezelfde 7 december ineens toch een reactie van de projectmanager, als mosterd na de maaltijd. Hij haakte in op de mogelijkheid dat de snoei van de overlastgevende takken te drastisch zou zijn en zei het volgende:

“Het voorstel om de bomen te snoeien is bij ons uiteraard ook overwogen. De bomen zijn echter al zo ver teruggesnoeid in het verleden, dat hier geen mogelijkheid meer toe is, zonder (ik citeer de gemeente Utrecht) “dat de boom na snoei er nog wel uitziet als een boom met de daarbij behorende functies” . Kijkend naar bijvoorbeeld de eerste 2 bomen vanaf de Tuinweg: De over de stoep en tuinen hangende takken afzagen, levert een dermate grote aantasting op van de boomkroon, dat de stabiliteit (en daarmee de veiligheid en vitaliteit) van de bomen in het geding komt en er van een normale boomvorm geen sprake meer is.” 

Had hij een punt? De expert van het second opinion onderzoek zag deze snoei wel als oplossing. Op dit moment had de projectmanager voor mij allang iedere geloofwaardigheid verloren. Als ik mij in een soortgelijke situatie zou bevinden en geen mogelijkheid zag om bomen te behouden terwijl ik dat wel graag zou willen, en er zouden experts zijn die oplossingen zagen en bereid waren mee te denken, dan zou ik op zijn minst in gesprek gaan om te zien of zij inzichten en ervaringen konden delen waar ik tot nu toe geen toegang toe had gehad. Die kans werd niet benut en dat zei voor mij genoeg.

 

Afwijzing & kap van de bomen

Op 28 november ontving ik de brief met de beslissing van de bezwaarcommissie dat mijn bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. Op dat moment twijfelde ik nog sterk of ik in beroep zou gaan via de rechtbank. Ik wilde natuurlijk eerst een reactie van mijn jurist afwachten. De week erna hoorde ik van haar dat ze geen hoop had dat de rechtbank anders zou oordelen en dus dat de rechtsbijstand een beroep niet zou steunen. Mocht ik het zelf willen ondernemen zou ze me hierbij wel op weg kunnen helpen. Aangezien het me €184 voor een beroep én €184 voor een nieuw vovo verzoek zou kosten én aangezien ik weinig steun had van andere buurtbewoners (en door sommigen met de nek werd aangekeken) besloot ik er vanaf te zien en te accepteren dat de bomen gekapt zouden worden. Een beroep zou er waarschijnlijk hooguit toe leiden dat het project nog enigszins vertraagd zou worden, maar de niet-ontvankelijkheid zou dan binnen enkele weken in een vovo zitting alsnog worden bevestigd. En los van de ontvankelijkheid was het ook waarschijnlijk dat zowel een bezwaarcommissie als een rechtbank op inhoudelijke gronden in het voordeel van de gemeente zouden beslissen, simpelweg omdat er in de praktijk niet zo veel voor nodig is om kap te rechtvaardigen én omdat de zwakke Bomenverordening van de Hoeksche Waard ook geen houvast zou bieden. Dus ook al had ik nog vechtlust en was ik natuurlijk ontzettend gefrustreerd over de houding en het gemanipuleer van de gemeente leek het me niet de moeite waard om verder te gaan. De bomen zouden op woensdag 13 december gekapt worden.

Als laatste actie besloot ik nog wel een follow-up artikel in het AD te regelen zodat de kap niet stilletjes zou plaatsvinden. Helaas presenteert het artikel de situatie als een conflict tussen buurtbewoners, word ik door voorstanders van de kap neergezet als doorgeslagen klimaatactivist die niet eens in de straat woont (terwijl andere bewoners in de straat zelf ook tegen de kap waren), en krijgt de gemeente de mogelijkheid om zonder wederhoor te overdrijven over veiligheidsrisico's. Maar het verhaal is openbaar en dat wilde ik in ieder geval bereiken.

Terwijl de kap voor woensdag 13 december gepland was zag ik op dinsdag 12 december, de dag van de publicatie van het AD artikel, ineens dat ze al begonnen waren. Blijkbaar was er enige nervositeit dat het artikel tot last-minute weerstand zou kunnen leiden. Toch wel weer typisch dat de kap van 15 meter hoge bomen plaatsvond zonder dat het trottoir was afgesloten voor voetgangers, dat terwijl onze gemeente zich zo druk maakt over de veiligheid van bewoners en de mogelijkheid van vallende takken op kinderwagens met tweelingen...

 

Belangrijkste observaties

Ik wil nog even een aantal observaties die ik tijdens het bezwaarproces heb gemaakt op een rijtje zetten. Sommige punten heb ik hierboven al min of meer behandeld, maar wil ik nogmaals benadrukken. Andere punten zijn bredere realisaties over het bezwaarproces en bomenbeleid en -beheer in het algemeen.

  • De gemeente heeft erkend dat de kap van de bomen alleen werd overwogen omdat de straat gerenoveerd zou worden. De bomen stonden niet in de weg en de werkzaamheden hadden zonder kap uitgevoerd kunnen worden, maar de gemeente zag het als een goed moment om ze meteen weg te halen. Als er geen renovatie was geweest waren de bomen niet voor kap in aanmerking gekomen. Dit betekent dus dat alle andere argumenten die aangevoerd werden (afgenomen vitaliteit, overlast, takbreuk; later ook essentaksterfte en veiligheid) op zichzelf geen redenen waren geweest om te kappen.

  • De kap was uiteindelijk vooral een bezuiniging op toekomstige onderhoudskosten, al werd dit nergens zodanig geformuleerd. Door de renovatie was er budget beschikbaar om de bomen weg te halen en dus op de langere termijn geld te besparen op onderhoud. Oudere bomen hebben meer onderhoud nodig dan nieuwe jonge aanplant en deze bomen hadden iets meer aandacht nodig ivm essentaksterfte. Terwijl onze expert met een second opinion aangaf dat de renovatie juist een goed moment was om de gezondheid van de bomen te verbeteren én tegelijkertijd overlast voor omwonenden te verminderen, en dat dit binnen hetzelfde budget gedaan zou kunnen worden, werd dit door de gemeente verworpen. Er werden allerlei tegenargumenten aangedragen (te duur, niet mogelijk) en er was geen interesse in een inhoudelijk gesprek. Ook al stelde de gemeente voor behoud van oudere bomen te zijn werd hier alles op alles gezet om die langere-termijn bezuiniging te realiseren door middel van kap. Al mijn pogingen om de gemeente te overtuigen voor behoud met literatuur en input van experts waren tegen dovemansoren gericht.

  • Dat de bomen het niet waard waren om behouden te worden kon (naast de uitgevoerde second opinion) weerlegd worden door beleidsadviezen en handleidingen van de Universiteit Wageningen en de Gemeente Utrecht die adviseren tegen de kap van volwassen essen met beperkte aantasting van essentaksterfte. Het behoud van oudere bomen heeft nu eenmaal budget nodig en dus politieke wil om er budget voor uit te trekken. Hier schort het blijkbaar aan in de Gemeente Hoeksche Waard.

  • Als bezwaarmakers tegen de kap werden wij tegenover bewoners vóór de kap gezet en werd de suggestie gewekt dat wij met het tegenhouden van de kap de veiligheid van omwonenden in gevaar brachten. Aangezien de Bomenverordening van de Gemeente Hoeksche Waard expliciet zegt dat overlast op zich geen reden is om over te gaan tot kap werd deze overlast al snel gereframed als een veiligheidsissue. Ondanks dat de bomen veilig waren verklaard en er in het afgelopen jaar misschien twee takken zijn gevallen in situaties van storm en extreme droogte (momenten dat er in het hele dorp vele en veel grotere takken van bomen vielen), werd er nu gesproken alsof je je leven niet zeker was als je onder de bomen door moest lopen. Als dit een serieus gevaar was zouden de bomen ook gekapt worden zonder de renovatie van de straat, wat dus niet het geval was.

  • Het argument dat grote overlastgevende takken die over erfgrenzen heen hingen niet gesnoeid zouden kunnen worden omdat het tot een te grote aantasting van de boomkroon en mogelijk de instabiliteit van de bomen zou leiden roept de vraag op hoe de gemeente dit probleem had opgelost als er geen renovatie was geweest, aangezien de bomen dan niet voor kap in aanmerking waren gekomen. Het lijkt er sterk op dat er in dat geval helemaal niets gedaan zou zijn om maatwerk voor desbetreffende bewoners te leveren. Dit soort lastige beslissingen werden namelijk al jaren uit de weg gegaan.

  • Naast het verdeel-en-heers gestook over overlast en veiligheid is er doelbewust informatie toegevoegd aan data uit inspectierapporten van de bomen om ze zieker te doen lijken dan ze waren. Deze actie alleen al suggereert dat de gezondheid van de bomen niet overtuigend slecht was om kap te rechtvaardigen. Daarbij is het zeer zorgwekkend dat gesjoemel niet geschuwd wordt om bezwaarmakers tegen te werken.

  • De originele tekst ter onderbouwing van de noodzaak van de kap in de vergunningaanvraag was dusdanig beneden niveau dat er blijkbaar geen druk werd ervaren om dit goed te doen. De ecologische en sociale waardes van de bomen werden op geen enkele manier benoemd en er was geen structurele afweging van factoren. Er werd duidelijk niet geanticipeerd op kritische evaluatie van de vergunningaanvraag of op bezwaarmakers uit de omgeving. Hieruit zou je kunnen opmaken dat het bomenbeleid in de gemeente niet heel veeleisend is en dat de meeste bewoners zich hier ook niet al te veel zorgen over maken. Dit is niet zo verbazend als je kijkt naar het hoge gehalte betegeling in de lokale tuintjes: er heerst een stevige netheidscultuur. Toch is er regelmatig flinke ophef over grote operaties in de gemeente waarbij honderden bomen worden gekapt. Maar uiteindelijk komt het zelden voor dat zulke ophef leidt tot het intrekken van vergunningen of het serieus aanpassen van de plannen.

  • Het hele bezwaarproces is een voorbeeld van de slager keurt zijn eigen vlees. De gemeente is vergunninghouder, vergunningverlener, en bezwaarcommissie. Het gaat weliswaar om verschillende personen, maar die zijn allemaal werkzaam voor de gemeente en komen elkaar tegen in de wandelgangen en aan de lunchtafel. Het is lastig vertrouwen te hebben in onpartijdigheid en er werd in de praktijk ook weinig moeite gedaan om de schijn op te houden. De gemeente verborg zich achter de bezwaarprocedure en had er duidelijk vertrouwen in dat onze bezwaren zouden worden afgewezen. Daarom was er geen motivatie om onze zorgen en onze second opinion serieus te nemen en in gesprek te gaan. Deze ervaring kan er toe leiden dat burgers gedemotiveerd raken om zich uit te spreken, maar ik zou willen benadrukken dat het toch ontzettend belangrijk is om dit te blijven doen. Ook al krijgt de bezwaarmaker geen gelijk kan het proces wel bijdragen aan veranderingen in publieke opinie en druk op de lokale politiek voor verandering.

  • De status van belanghebbende is dusdanig nauw gedefinieerd dat het lastig is om in aanmerking te komen. Dit lijkt een algehele bestuurlijke beweging om de lastige burger de mond te snoeren. Ik heb verschillende rechtszaken bekeken en het komt zeer weinig voor dat de bezwaarmaker alsnog gelijk krijgt. Er is wel enige tegenbeweging hierin, maar er is nog geen echte omslag in zicht. Daarom is het waarschijnlijk toch waardevol dat mensen in beroep blijven gaan tegen nauwe toepassingen van het begrip door bezwaarcommissies (bij de rechtbank) en zelfs door rechtbanken (bij de Raad van State) om op die manier druk te zetten op verandering. Hier is wel een lange adem voor nodig en er komen bovendien kosten bij kijken. Dan is het zeker handig om juridische, financiële, en morele steun te krijgen van bomenorganisaties en andere bomenliefhebbers en activisten. Overigens is het nog de vraag of, en zo ja hoe, de nieuwe Omgevingswet die in januari 2024 in werking treedt het bezwaarproces zal gaan beïnvloeden.

  • Helaas hangt lokaal bomenbeleid erg af van lokale politiek en dus ook van de bewoners en wat zij belangrijk vinden als ze naar de stembus gaan. Dit is waarom het kan lonen om de media te betrekken bij situaties van onnodige bomenkap. Artikelen over dit soort onderwerpen zijn helaas wel vaak erg oppervlakkig, hebben de neiging om sensatie te scheppen, en delen eenzijdige verklaringen van gemeenten zonder kritische vragen. Het wordt al gauw een belichting van verschillende kanten zonder enige waarheidsbevinding. Je kunt je dus afvragen of zulke artikelen veel waarde hebben in het verhogen van bewustwording over het belang van bomen en goed bomenbeleid. Op zijn minst zorgen ze ervoor dat bomenkap zichtbaar wordt gemaakt en niet stilletjes wordt uitgevoerd. Ook kunnen ze tot nieuwe allianties leiden en de lokale beweging versterken.

  • Toen ik onderzoek deed naar bomenkap en wetgeving in Nederland ontdekte ik dat het Klimaatakkoord van 2019 stelt dat gemeenten moeten streven naar 1% meer bomen per jaar tot 2030. Het is geen harde eis en de Bossenstrategie van 2020 erkent dat veel gemeenten niet eens bekend zijn met deze verwachting. Ook al is het een behoorlijk slap beleidspunt is het belangrijk om dit bij gemeenten aan de orde te stellen, ze te bevragen over de voortgang en de plannen om dit te bereiken. Helaas zegt deze 1% helemaal niets over het belang van het behoud van oudere bomen en zou kap en herplant met jonge sprietjes dus geen verschil maken. Maar het is een extra stok achter de deur om aantallen bomen op peil te houden en uit te breiden.

Conclusie

Ik kan nog een algehele conclusie aan bovenstaande opsomming toevoegen, namelijk dat beslissingen over bomenbehoud vragen om durf en creativiteit bij beleidsmakers en -uitvoerders. Het zijn juist de bomen die in dat grote grijze gebied vallen, tussen gezond en onherstelbaar ziek of gevaarlijk, waar een oprechte wil om bomen zoveel mogelijk te behouden kan bijdragen aan vooruitstrevend beheer. Er is altijd die aanname dat behoud duurder en lastiger is dan kappen, maar die wordt eigenlijk nooit met feiten onderbouwd. Nieuwe aanplant krijgt vaak niet de juiste verzorging waardoor jonge boompjes het niet redden en later alsnog vervangen moeten worden. Daarbij is het verlies van ecosysteemwaarden van oudere bomen in deze tijden zeker niet in geld uit te drukken.

Veel Nederlanders houden van maakbaarheid, van controle, en van netheid. Ik kan me nog goed de college's en excursies als studente biologie herinneren, waarbij de creatie van landschappen en biodiversiteit werd geprezen en gevierd als een geweldige prestatie. Toen al had ik moeite met de vreselijke koloniale drang naar controle waar alles voor moest wijken, inclusief dat wat al bestond. Dit karakteriseert nog steeds veel lanschapsbeheer waarbij al vele bestaande bomen, bossen, en ecosystemen zijn gesneuveld omdat ze niet voldeden aan de verwachtingen voor biodiversiteit. Vaak gaat het dan om oude eentonige productiebossen, maar wordt er niet voldoende erkend dat die ook belangrijke ecologische en sociale functies zijn gaan vervullen, noch dat er andere manieren zijn om naar meer biodiversiteit toe te werken zonder meteen alles tegen de vlakte te gooien. Natuurlijk begrijp ik als biologe het grote belang van biodiversiteit, maar ik zie ook een geweldige arrogantie en disrespect voor de manier waarop de natuur haar eigen weg vindt. Laten we eindelijk eens uitvinden hoe we het beste met bestaande natuur mee kunnen werken in plaats van altijd maar weer een schone lei te willen maken om helemaal naar onze eigen visie iets nieuws neer te kunnen zetten.

Previous
Previous

A rant about the need for resistance & change

Next
Next

Concrete Action for System Change